vrijdag 9 september 2011

GA JE MEE OP AVONTUUR? DURF JE RISICO TE LOPEN ALS FILMMAKER? – ACHTER DE SCHERMEN 18 – ME AND MR JONES ON NATALEE ISLAND



Film is avontuur.

Voor mij althans.

Als ik naar een film ga, wil ik mee op avontuur.

Ik wil niet hetzelfde zien, wat ik al 100 keer gezien heb.

Ik wil iets nieuws ervaren.

Van iets, waarvan ik niet weet hoe het zal gaan of aflopen.

Anders is het saai. Zinloos.

Je zou films in twee categorieen kunnen plaatsen: Burgerlijke films en Avontuurlijke films.

Burgerlijke films zijn films, die mooi, verantwoord en voorspelbaar zijn.

Films, waar je als ouders met goed fatsoen je kinderen naar toe kunt sturen. De boodschap is verantwoord. Keurig gemaakt. Etcetera.

Niets op tegen. Prachtige films. Waarvan je na de eerste twee scenes precies weet wat er gaat gebeuren. 

Dat is lekker, geruststellend, relaxend.

Maar ook saai. En oh zo voorspelbaar. En oh zo behoudend. “Burgerlijke films”.

Ik heb nog nooit zo’n film gemaakt.

Om alle bovenstaande redenen.

Want ik wil op avontuur.

Ik wil mee met de maker, die op avontuur wil.

Dat is een risico. Net als reizen buiten de gebaande paden.

"Wil jij een musicalfilm maken? Doe toch niet zo idioot!"

De ene keer is dat teleurstellend. De andere keer is het super geweldig. En geeft het je een ervaring, die 
je nooit eerder heb gehad.

Ik zoek altijd die ervaring. Dat avontuur. Dat risico. Want zonder risico kun je nooit iets nieuws ontdekken.

Een regisseur vroeg me ooit om te spelen in een film, waar geen dialoog was, maar Maria Callas achtige opera-aria’s.

Even denk je: Is hij gek? 

Nee, hij wilde op avontuur. En de film CASTA DIVA werd een unieke ervaring, voor de acteur en voor het publiek.

Een jaar later vroeg deze regisseur me om te spelen in een film met veel jaren dertig stijldansen er in.

Even dacht ik weer: Is hij gek? 

Nee, het was weer een fantastisch avontuur. En de film NAUGHTY BOYS was fantastisch en won op het prestigieuse filmfestival van Venetie een speciale prijs, wat vrijwel geen enkele Nederlandse film ooit eerder gelukt was.

Wat heel fijn was, want met "risico-films" weet je het nooit: De ene keer wordt het geweldig, de andere keer juist niet. Er is geen middenweg.

Als filmmaker moet je daar tegen kunnen: Je geeft je veiligheid en je status elke keer weer op.

En men bekijkt je altijd met "beste stuurlui staan aan de wal"-ogen als je iets nieuws probeert. 

Dat is een groot verschil tussen Amerika en Nederland:

Als je iets nieuws probeert in Amerika zeggen ze enthousiast: Leuk!

Toen ik zelf ging regisseren, ben ik net als die regisseur ook steeds consequent het avontuur blijven zoeken.

Dat doe je als filmmaker vooral door jezelf nooit te herhalen. Jezelf altijd uit te dagen en buiten je vertrouwde comfortzone te durven gaan.

Mijn manier is elke keer van genre te wisselen.

En daarin mijn eigen verhaal vertellen. 

Mijn eerste speelfilm was een relatiecomedie.

Toen een zwart wit road-movie.

Toen een geheel gezongen film.

Toen een ridderfilm op rijm.

Toen een film als een stripverhaal.

Toen een film gefilmd vanaf de achterbank van een auto.

Toen een comedy voor een groot publiek.

En zo steeds weer een nieuw avontuur.

Dat is dus wel een groot risico.

Want je weet nooit wat je te wachten staat aan de andere kant van die nieuwe heuvel.

Maar dat is filmen… voor mij. Anders dan bij een aantal collega-filmers weet je bij mij nooit wat voor film je krijgt.

Dat irriteert wel eens, vooral bij critici en filmfondsen: “Wanneer maak je nou eens een echte Paul Ruven-film?”

Wat ze bedoelen is: “Maak in het vervolg nou eens een stel films, die duidelijk herkenbaar “hetzelfde” zijn.”

Het antwoord is: Elke film is een Paul Ruven-film. Omdat mijn films altijd de basis van Avontuur hebben.

Ik kan en ik wil niet dezelfde films maken. Dat is het avontuur weg. Dan maak je “Burgerlijke” films: 

Mooi, verantwoord, voorspelbaar, zonder risico.

Daarom zal ik met mijn Avontuurlijke films ook nooit bij het Nederlandse Film-Establishment horen. 

Bij ME AND MR JONES ON NATALEE ISLAND was het vanaf het begin een avontuur.

Niet alleen het filmen, maar ook bijvoorbeeld omdat je met vragen geconfronteerd wordt als:

Is het wel moreel verantwoord om iets over de Holloway-Van der Sloot zaak te filmen?

En nu nog steeds, net voor de premiere: 

Ik werd geinterviewd door een Curacaose krant: 

Kun je zo'n film wel maken tegenover familie van der Sloot en familie Holloway?

Daarover een volgende keer.